Bloedwaarden

Algemene informatie over bloedwaarden

Laboratorium

Bloedwaarden laten meten in een Laboratorium

Bij een algemeen bloedonderzoek wordt er vaak gekeken naar de volgende bloedwaarden:

  • Kreatinine
  • Alk. Fosfatase
  • Alat
  • Eiwit
  • Albumine
  • CRP
  • Ferritine
  • Bezinking
  • Hb, Ht, MCV, Ery
  • Leucocyten
  • Trombocyten
  • Leucocyten differentiatie

Voor meer informatie omtrent deze en nog vele andere bloedwaarden, raden wij u aan contact op te nemen met uw huisarts of te kijken in het SAN-Memoboek voor diagnostiek in de eerste lijn. Dit is een gids die op beknopte wijze informeert over de interpretatie mogelijkheden van:

  • Afwijkende bloeduitslagen
  • Ziekteparameters
  • Geneesmiddelenconcentraties

Gemiddelden bloedwaarden

Hieronder een lijst met gemiddelden en uitleg van de meest voorkomende bloedwaarden.

BSE

BSE (bloedbezinkingssnelheid, ‘bezinking’ in mm/uur): De bloed-bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen of erytrocyten (= BSE) wordt gemeten door centrifugatie van onstolbaar gemaakt bloed. Lees hier meer over bloedbezinking.

  • pasgeborenen (neonaten) 0-2,2
  • kinderen < 10 jaar < 3-13
  • vrouwen < 50 jaar < 20
  • vrouwen > 50 jaar < 30
  • mannen < 50 jaar <15
  • mannen > 50 jaar < 20

Bij significant hogere BSE als bloedwaarde dan hier is er vermoedelijk sprake van een afwijking in de bloedsamenstelling.

HB

Hb (hemoglobine-waarde; in millimol per liter bloed): Hemoglobine is een eiwit dat zich in de rode bloedcellen in het bloed van het menselijk lichaam bevindt. Dit eiwit vervoert zuurstof door het bloed, van de longen naar de verschillende organen en weefsels. Hemoglobine wordt voornamelijk gevormd uit ijzer.

voor vrouwen:

  • normale Hb-gehalte 7,3 – 10
  • bloedarmoede < 7,3

voor mannen:

  • normale Hb-gehalte 7,8 – 10,8
  • bloedarmoede < 7,8

Als de Hb-waarden lager zijn dan 7,8 mmol/l is (vermoedelijk) sprake van bloedarmoede (= anemie).

Hematocriet

Hematocriet (hoeveelheid rode bloedcellen per liter bloed in l/l): oftewel het volume van het bloed dat door de rode bloedcellen wordt ingenomen, weergegeven in procenten. De hematocrietwaarde wordt vastgesteld door een buisje bloed te centrifugeren. Onderin verzamelen dan de rode bloedcellen, daarbovenop de witte bloedcellen en bovenin de buis het plasma. De laag tussen de rode bloedcellen en het plasma noemt men de buffy coat.

  • mannen: 0,45-0,55 l/l
  • vrouwen: 0,40-0,50 l/l

Als de hematocriet-waarden te hoog of te laag zijn is er mogelijk sprake van een stoornis in de aanmaak en/of afbraak van rode bloedcellen.

IJzer

IJzer (micromol ijzer per liter bloedplasma):

  • pasgeborenen (= neonaten) 17 – 24
  • vrouwen 10 – 25
  • mannen 14 – 28

Als de ijzer-waarden lager zijn is (vermoedelijk) sprake van ijzer-gebrek en als de waarden hoger zijn van ijzer-stapeling.

PSA

PSA (prostaat-specifiek-antigeen-waarden in microgram per liter bloedplasma):

  • tot 40 jaar < 2,0
  • 40-50 jaar < 2,5
  • 50-60 jaar < 3,5
  • 60-70 jaar < 4,5
  • 70-80 jaar < 6,5

Als de waarden hoger zijn dan hierboven opgegeven is (vermoedelijk) sprake van prostaat-vergroting.

Eiwitten

Totaal eiwit, soms genoemd eiwit of proteïnen (gram per liter serum of gram per liter bloedplasma). De bloedwaarde eiwit wordt bepaald om het functioneren van verschillende organen (de lever, nieren en darmen) te onderzoeken en om eventueel eiwit verlies te diagnostiseren. Het totaal eiwit ligt bij gezonde personen tussen de 60 en 80 gram per liter (g/l) in serum en tussen de 63 en 83 g/l in plasma.

Als de bloedwaarde eiwit licht verhoogd is zou dit kunnen duiden op uitdroging. Een andere oorzaak kan een grote aanmaak van één of meerdere soorten immunoglobulinen. Bij een sterke verhoging (hoger dan 90 g/l) moet nader onderzoek uitwijzen wat de oorzaak is. Vaak zal in eerste instantie de hoeveelheid van afzonderlijke eiwitten worden gemeten (albumine, IgG, IgM en IgA).

Bij een hoge concentratie immunoglobulinen (Ig’s) zal vaak een M-proteïne-onderzoek volgen om na te gaan om welke immunoglobulinen het gaat. Een hoge concentratie immunoglobulinen kan het gevolg zijn van leverziekten (cirrose) en de ziekte van Kahler (plasmacelwoekering). Als de bloedwaarde eiwit laag is kan dit duiden op disfunctioneren van de lever, nieren of darmen.

TSH en FT4

TSH en FT4 waarden worden getest om te zien of er problemen met de schildklier zijn. De hypofyse maakt het TSH hormoon wat op haar beurt weer de schildklier aanstuurt. Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH (trage schildklier of hypothyreoïdie). Bij (te)veel schildklierhormoon, dan maakt de hypofyse weinig TSH (snelle schildklier of hyperthyreoïdie). De schildklier maakt twee soorten hormonen aan: T4 (thyroxine) en T3 (thyronine). Het hormoon T4 is een soort voorraad. T3 is het actieve hormoon. Naar behoefte van het lichaam, weefsels en cellen wordt T4 omgezet in T3. Dat gebeurt onder andere in de lever, de spieren en de hersenen. De FT4 zijn de ‘vrije’ (‘Free’) T4 hormonen.

De normale bloedwaarden zijn: TSH 0,2 – 3,5 mU/l en FT4 8 – 26 pmol/l.

Cholesterol

Bij een meting van het cholesterol worden meestal vier waarden bepaald: (1) het totaal cholesterol, (2) HDL (Hoge Dichtheid Lipoproteïne), dit is de ‘goede’ cholesterol, (3); LDL (Lage Dichtheid Lipoproteïne), dit is de slechte cholesterol, en (4) triglyceriden, dit is een ander soort vet.

Bij het cholesterol gaat het niet alleen over de individuele waarde van de soorten vet / cholesterol, maar ook om de onderlinge samenhang. Dit zijn waarden van het cholesterol.

Hoogte totaal cholesterol

Totaal-cholesterolgehalte
Lager dan 5,0 mmol/l
Tussen 5,0 en 6,4 mmol/l
Tussen 6,5 en 8,0 mmol/l
Hoger dan 8,0 mmol/l
Beoordeling v/d cholesterolwaarden
– normaal
– licht verhoogd
– verhoogd
– sterk verhoogd

Hoogte HDL cholesterol bij mannen

HDL-cholesterolgehalte
Lager dan 0,8 mmol/l
Tussen 0,8 en 1,0 mmol/l
Tussen 1,0 en 1,5 mmol/l
Hoger dan 1,5 mmol/l
Beoordeling v/d cholesterolwaarden
– sterk te laag
– licht verlaagd
– goed
– zeer goed

Hoogte HDL cholesterol bij vrouwen

HDL-cholesterolgehalte
Lager dan 1,0 mmol/l
Tussen 1,0 en 1,2 mmol/l
Tussen 1,2 en 1,7 mmol/l
Hoger dan 1,7 mmol/l
Beoordeling v/d cholesterolwaarden
– sterk te laag
– licht verlaagd
– goed
– zeer goed

Het is verstandig om zelf eens uw cholesterol te meten als u boven de 30 bent. Tot uw vijfstigste jaar (en als u verder gezond bent), kunt u volstaan met 1x per jaar tot 1x per twee jaar. Indien u vijftig of ouder bent, dan moet u regelmatig uw cholesterol laten controleren of zelf controleren. Zo kunt u snel ingrijpen als uw cholesterol te hoog is en uw waarden niet goed zijn. Het is tegenwoordig heel simpel om zelf uw cholesterol te bepalen met een gebruiksvriendelijke thuistest.

Meer informatieve bloed onderwerpen

bloedgroepen

Bloedgroepen

bloedplaatje

Bloedplaatjes

plasma

Bloedplasma

bloedsomloop

Bloedsomloop

aderen

Bloedvaten

Rode Bloedcellen

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen